Ik schrijf een minireeks over mijn leven met een angst- en paniekstoornis in combinatie met autisme. Lees eerst het vorige deel! (zie onderaan)
Nadat ik met school stopte begon mijn duizeligheid mijn leven steeds meer te beïnvloeden. Ik durfde steeds minder dingen te doen; ik ging meer dingen vermijden. Denk hierbij aan: school, mijn werk, mijn danslessen, een winkel binnen gaan, andere gebouwen zoals de bibliotheek. Mijn ouders hebben dit toen niet geweten. Ik hield dat voor me.
Mijn ouders (en ik) zijn vanaf november 2016 verder gegaan met hulp zoeken, omdat ze zagen dat het niet goed met me ging, en niet wisten wat er aan de hand was.
Ik ben toen via de huisarts begonnen met gesprekken bij een POH’er (Praktijkondersteuner huisarts). Dit hielp mij in het begin om weer aan het ‘normale’ leven mee te doen. Ik durfde weer een winkel in te gaan. Ik ging weer een uur per dag naar school. Ik dacht dat ik al weer een heel eind de goede weg op was.
Ik werd vanuit de POH door verwezen naar de GGZ voor meer specialistische hulp en onderzoek naar de oorzaak van mijn problematiek. De POH kon mij niet goed genoeg helpen. Er was meer nodig; ik was te ziek om er met een paar gesprekken weer bovenop te komen. Wat vind ik dit verschrikkelijk. Ik had een goede klik met mijn POH'er, en ik had alweer zoveel stappen de goede kant op gemaakt. Ik wilde niet bij haar weg, maar ik moest wel..
Ook op mijn werk werd mijn duizeligheid erger. Ik meldde me soms een uur van te voren ziek. Ik ‘durfde’ eigenlijk niet meer heen te gaan. Bang om flauw te vallen. Mijn ouders hebben niet geweten dat ik het zo moeilijk had; ik kon het niet uitspreken; ik snapte mezelf ook niet. In die tijd heb ik thuis vaak ruzies/discussies gehad om mij toch naar school of werk te krijgen.
In januari 2017 heb ik, na een paar “ingewikkelde” gesprekken, ontslag genomen van mijn werk. (ik begreep niet wat mijn leidinggevende steeds te “zeuren” had; mogelijk begreep ik haar helemaal niet, met wat ik nu weet over mezelf).
Hierna ging het verder bergafwaarts met mij. Ik heb 5 weken thuis op mijn slaapkamer verbleven. Ik kon het niet aan om beneden te zijn. Ik kon de aanwezigheid van mijn ouders niet verdragen. Mijn broertje ‘s aanwezigheid om me heen kon ik wel aan. Ik at op mijn kamer; leefde boven.
In deze maand ben ik voor behandeling gestart bij de GGZ. Ik was niet in staat naar de locatie te gaan. Daarom is er een vorm van hulp bedacht die ik thuis kon volgen. Ik had gesprekken met een psychologe via een soort Skype. En ik volgde internetbehandeling. Dit was gericht op angst en paniek. Want mijn klachten deden daar aan denken.
In februari ging het weer een klein, maar dan ook echt klein beetje beter met mij. Ik kwam weer kort buiten (1 minuut samen met iemand) en was af en toe beneden, waar ik niet zat en alleen heen en weer liep, maarrr ik was beneden. Ik at weer mee aan tafel. Beweging hielp mij om me minder duizelig te voelen. Mijn eigen verjaardag heb ik niet kunnen en willen vieren in februari. Dat kon ik niet aan. Ik heb die dag op mijn eigen kamer door gebracht. Het beetje visite die er evengoed was, hebben me niet gezien, tenzij ze even naar boven konden komen. Dat lukte me soms heel kort om te kunnen verdragen.
De gestarte behandeling via internet werkte niet/onvoldoende. De psychiater was inmiddels ook een paar keer thuis geweest om mij te zien. Tegen de angst en paniek heb ik medicijnen gekregen. Ik deed kleine stapjes vooruit, maar het ging niet snel genoeg.
Reactie plaatsen
Reacties
Heel mooi verwoord, en wat dapper om je verhaal te delen. Je doet het allemaal super goed 🍀💪🏼